Gespreksvragen

 

Vragen  voor gesprek aan de hand van Genesis 12: 1 – 7. Dit gedeelte stond ook in de startdienst op 17 september centraal.  Abraham ging op reis naar het land dat God hem wees. Hij wandelde met God. 

Welke betekenis heeft wandelen voor u? Hoe vaak wandelt u? Waar? Hoe beleeft u het?

Wat roept de uitdrukking “Wandelen met God” bij u op?

Abram moest alles achterlaten: Woonplaats, verdere familie, zekerheden. Herkent u iets in uw eigen leven dat wandelen met God ook iets te maken heeft met losmaken en loslaten?

Abram reisde een onbekende toekomst tegemoet. Hoe ziet u uw toekomst? Verwachtingsvol? Met zorg?

Gen. 12:3b  in de Herziene Statenvertaling luidt: “In u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.” Wij geloven dat hier de belofte al klinkt dat uit het nageslacht van Abram de Verlosser, Jezus Christus geboren zal worden. Hij maakt het uiteindelijk mogelijk dat wij wandelen met God. Wandelen met God is niet vanzelfsprekend. Hoe beleeft u dat zelf? Waar merkt  u dat in?

God belooft Abram te zegenen. Waar ziet u Gods zegen in uw leven?

Abram  bouwde een altaar bij Sichem. Daar nam hij rust om God te ontmoeten. Bouwt u onderweg pauzes in voor extra rust en tijd voor ontmoeting met de Heer? Zo ja, op welke wijze?

Verder in het jaar staan we in themadiensten stil bij het jaarthema:

12 november: Wandelen met God en de samenleving

10 december: Wandelen met God en het samen eten aan tafel

28 januari: Wandelen met God en het verkeer

11 maart: Wandelen met God en onze relaties

15 april: Wandelen met God en onze hobby/sport

3 juni: Wandelen met God en ons werk

Is er een thema dat er voor u uitspringt? Waarom?